-  middeleeuwen
          
        In de 
l5de eeuw 
        waren er 
zwaarden 
        en dolken
        van uiteenlopende grootte in gebruik. 
        De allergrootste, die met twee handen dienden te worden gehanteerd, 
        waren in gevechten van man tegen man niet voor de hand liggend. 
        Men was aangewezen op zwaarden die desondanks een lengte hadden die meestal 
        varieerde van 100 cm. tot 70 cm. (6,7 en 8) en om en nabij 1 kilogram wogen. 
        Ook waren er dolken van uiteenlopende lengte in gebruik (
9). 
        Het vervaardigen van dolken, en vooral van zwaarden heeft zich in de loop van de tijd 
        ontwikkeld tot een hoogwaardig en gespecialiseerd vak. 
        Door de toepassing van smalle stroken ijzer en staal en het 
        zorgvuldig aan elkaar 
        
smeden 
        ontstonden klingen die taai en 
        veerkrachtig waren en in de strijd een stootje konden velen. 
        Een pareerstang diende de hand enigszins te beschermen en een 
        knop aan het gevest gaf tegenwicht aan de kling, wat de hanteerbaarheid ten goede kwam.
        
        
        
        
        
        
        
         Tekst: Cor van den Braber, 2004 (bewerkt). Afbeelding: Cor van den Braber